Kiezen is lastig: zo vindt u het statief dat bij u past

Klein, groot, met een poot of drie poten, van aluminium of van carbon: er zijn heel veel verschillende statieven. Wie wil investeren in een nieuw statief, moet eerst zijn eigen wensen en gewoonten onder de loep nemen, omdat er bij het fotograferen van de natuur, landschappen, reizen, evenementen, architectuur en in de studio altijd verschillende omstandigheden een rol spelen.

Met enkele tips en trucs maakt u gegarandeerd geen fouten bij de aankoop van uw statief en vindt u precies het product dat voldoet aan uw wensen en dat past binnen uw budget. Denk vooral van tevoren na over de volgende punten:

  • Waar wordt het statief gebruikt? Outdoor-fotografen stellen heel andere eisen aan een statief dan fotografen die daarmee alleen in afgesloten ruimtes willen fotograferen. Naast het gebruikte materiaal moet worden nagedacht over de prijs: carbonstatieven zijn vaak duurder dan die van aluminium.
  • Hoe zwaar is de gebruikte uitrusting (camera + lens)? De draaglast van het statief moet worden gekozen in overeenstemming met de vereisten aan het gewicht van de uitrusting. Houd voor de draaglast daarbij altijd rekening met een extra reserve.
  • Hoe hoog moet het statief zijn? De werkhoogte is afhankelijk van de lengte van de fotograaf, maar ook van de aard en het doel van het statief. Voor macro-opnamen dicht bij de grond zijn zowel ministatieven als statieven met draaibare middenzuil geschikt.

Stabiliteit aantonen

De belangrijkste eigenschap van elk statief is de stabiliteit. Om ervoor te zorgen dat de dure uitrusting er uiteindelijk niet aan moet geloven, moet de stabiliteit zo hoog mogelijk zijn.

Maar ook hier speelt de toepassing een rol: natuur- of reisfotografen die hun statief lange tijd moeten dragen of mee willen nemen in de handbagage, kunnen het beste kiezen voor een statief dat licht genoeg is, maar tegelijkertijd ook zo stabiel dat het niet gelijk omver wordt geblazen door de eerste de beste windvlaag.

Als vuistregel geldt: carbonstatieven zijn lichter dan die van aluminium, maar leveren bij juist gebruik toch voldoende stabiliteit. Zware aluminiumstatieven met een hoge draaglast zoals de ROLLEI 22509, zijn vooral geschikt voor fotografen die niet flexibel dienen te werken, maar vooral in de studio fotograferen of in elk geval geen grote afstanden te voet met hun statief afleggen.

Natuurlijk is ook de ondergrond een wezenlijk onderdeel van de stabiliteit. Bij gladde oppervlakken is de kans groot dat het statief wegglijdt en geen grip heeft. In dat geval bieden statiefpoten met rubbernoppen uitkomst. Deze worden bij veel statieven al meegeleverd. Voor wie vaak werkt op moeilijk begaanbare, rotsachtige of modderige terreinen, zijn spikes een uitkomst. De scherpe statiefuiteinden boren zich in de grond en zorgen voor de benodigde grip. Veel fabrikanten leveren bij statieven met spike-uiteinden ook rubbernoppen. Deze kunnen in een handomdraai worden aangebracht bij het fotograferen op gevoelige ondergronden zoals parket of steen.

Fotografie op het strand

En voor degenen die hun statief ook op het strand willen gebruiken, zorgen schijfvoeten voor stabiliteit.

Eén poot of drie: beide hebben hun voordelen

Bij de stabiliteit speelt ook de bouw van het statief een rol. Statieven met drie poten hebben veel toepassingsmogelijkheden. Ze bieden maximale stevigheid en zijn met name voor langdurige belichting zonder trillingen essentieel. Een optionele middenzuil biedt aanvullende stabiliteit, zolang deze niet uitgeschoven is. In uitgeschoven stand is wel een maximale werkhoogte mogelijk, maar daar lijdt de stabiliteit wel onder.

Ook statieven met één poot, die zoals bekend niet vanzelf blijven staan, hebben zo hun voordelen. Juist bij evenementen- en sportfotografie, waarbij vanwege de snelheid optimale flexibiliteit nodig is, wordt bij voorkeur met statieven met één poot gewerkt. Deze zijn lichter dan de meeste statieven met drie poten en kunnen daardoor ook goed over langere afstanden worden gedragen, terwijl tegelijkertijd wordt gezorgd voor opnamen zonder trillingen. Veel fabrikanten bieden ook de mogelijkheid om een poot van het driepootstatief los te schroeven en zo een statief met één poot te maken. Op die manier waarborgen statieven zoals de Rollei CT-5A maximale flexibiliteit.

Het komt niet aan op de hoogte

Ook de hoogte van het statief is een factor waarop gelet moet worden. Hiervoor geldt: er is niet één specifieke geschikte werkhoogte. Fotografen moeten voor zichzelf bepalen waarvoor ze het statief willen gebruiken. In het algemeen moet de maximale werkhoogte van een statief overeenkomen met de lichaamslengte van de fotograaf. Dat betekent echter niet dat iemand van 1,80 m lang een statief nodig heeft dat even lang is, want daar komen ook de statiefkop en de camera nog bij. Misschien is een statief van 1,60 m hoog al voldoende om ervoor te zorgen dat een lange fotograaf goed en zonder te bukken door de zoeker kan kijken.

De werkhoogte van ministatieven is naar verhouding dan misschien laag, maar deze is wel ideaal voor micro- en macro-opnamen. Vooral voor micro- en macrofotografen die veel onderweg zijn in de vrije natuur met zware lenzen, zijn handzame statieven met een goede draaglast een uitkomst. Dan hebt u meer profijt van een ministatief dan van een reisstatief, omdat die laatste wel licht in gewicht is, maar niet de last van een zware DSLR-camera kan dragen. Wie de voorkeur geeft aan een statief met drie poten en zich niet wil beperken tot een ministatief, moet toch niet afzien van micro- en macro-opnamen. Statieven zoals de Rollei Rock Solid Carbon Beta beschikken over een draaibare middenzuil waarmee zowel landschapsfoto’s als micro- en macro-opnamen bij de grond kunnen worden gemaakt.

Statieven en gimbals vindt u in de online shop van reichelt.

Afbeeldingen: Adobe Stock, privaat


Deze artikelen zijn wellicht interessant voor u:

Advies over microSD-kaarten: welke varianten zijn er en waar moet op worden gelet?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *