De prognoses van de deskundigenraad over het verdere verloop van de COVID 19-pandemie stemmen handel en industrie positief. En de omstandigheden zijn ook goed: De orderportefeuilles van met name werktuigbouwkundigen zijn overvol. Als er niet één probleem was: er is een gebrek aan materiaal. Bovenal kunnen de begeerde halfgeleiders uit Oost-Azië vaak niet op tijd of in gebruikte hoeveelheden worden geleverd. Lees verder om te weten te komen hoe het tekort aan halfgeleiders de plaatselijke economie beïnvloedt, wat de oorzaken ervan zijn en welke verdere ontwikkelingen kunnen worden verwacht. Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
Ernstige financiële gevolgen voor de hele sector
Elke dag – elk uur dat machines inactief zijn, kost bedrijven enorme bedragen aan productie. Vooral de auto-industrie klaagt over miljoenenverkopen. Het probleem is echter veel ingrijpender en allesomvattender. In een enquête, bevestigt 92 procent van de ondervraagden dat er productieonderbrekingen zijn geweest in hun bedrijf als gevolg van leveringsproblemen sinds het begin van 2020. Het merendeel van de getroffen bedrijven (51 procent) kreeg zelfs te maken met een productiestop van meer dan een maand.

De financiële gevolgen hiervan zijn aanzienlijk: Kleine bedrijven tot 50 medewerkers hadden te kampen met een gemiddelde terugval van bijna 290.000 euro, terwijl middelgrote bedrijven (50-250 medewerkers) een omzetverlies van ruim een half miljoen euro moesten compenseren. Over het geheel bleek dat de ondervraagde Nederlandse bedrijven sinds januari 2020 een gemiddeld verlies leden van ruim 750.000 euro. Bijna een derde heeft minimaal 500.000 euro aan omzet verloren.
Afhankelijkheid van Azië
De grote afhankelijkheid van het buitenland – vooral Oost-Azië – voor de aankoop van preproduktie is de ondergang van de plaatselijke industrie. Volgens de Duitse Vereniging van Elektrische en Elektronische Fabrikanten (ZVEI) bevindt slechts acht procent van de wereldwijde produktiecapaciteit van halfgeleiders zich in Europa. In het begin van de jaren negentig bedroeg het Europese aandeel nog meer dan 20 procent.
Deze afhankelijkheid betekent echter ook dat bedrijven minder goed in staat zijn om te reageren in crisissituaties, omdat hun handen gebonden zijn. Vooral kleinere ondernemingen met kleinere aankoopvolumes worden hierdoor getroffen.
Europese productie is voorlopig niet realistisch
Maar wat kan dit dilemma verhelpen? Momenteel worden enkele maatregelen genomen om de productie van de begeerde halfgeleiders op te voeren. Zo breiden de fabrikanten hun capaciteiten uit. Bovendien worden meer fabrieken gebouwd of gepland, waaronder enkele in Europa.
Deze fabrieken zullen het probleem echter niet op korte termijn kunnen oplossen, omdat het enige tijd zal duren voordat ze kunnen opstarten. Chipproductie is complex en vereist bijzondere voorwaarden zoals een stofvrije omgeving. Deze moeten eerst op een complexe manier tot stand komen. De onlangs aangekondigde subsidies in het kader van het IPCEI-project van de EU zijn dan ook langverwachte steun, maar komen te laat voor de huidige halfgeleidertekorten.
Wat is het volgende?
Op dit moment kunnen bedrijven maar één ding doen: op lange termijn denken en niet in paniek raken. “Het aanleggen van voorraden is en blijft de enige manier om in de huidige onstabiele situatie enige zekerheid te krijgen”, adviseert Christian Reinwald, hoofd productmanagement & marketing bij reichelt elektronik. “Paniek kopen” is daarentegen niet opportuun. Ze maken de situatie op een toch al gespannen markt alleen maar erger.” Evenzo doet men er niet goed aan orders voortijdig te annuleren, zoals vaak gebeurde aan het begin van de pandemie in de automobielindustrie. Koopovereenkomsten op lange termijn met leveranciers – indien wettelijk mogelijk – helpen bedrijven hun planning te stabiliseren. Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
Hoe lang zal het chiptekort duren?
Er zijn indicatoren die wijzen op een versoepeling van de chipmarkt in de nabije toekomst. Zo gaat men ervan uit dat elk thuiskantoor nu is uitgerust met een laptop en dat de enorme vraag op dit gebied afneemt. Dit alleen al schept capaciteit die voor de produktie van andere goederen kan worden gebruikt. Bovendien zal de verhoogde produktie in fabrieken die hun capaciteit reeds hebben uitgebreid, bijdragen tot de verlichting – evenals de eerste nieuw gebouwde fabrieken.
Daarnaast zijn er ook veranderingen geweest in de planning en communicatie binnen de bedrijven. Tot voor kort spraken inkopers en fabrikanten nauwelijks met elkaar. Tegenwoordig nemen met name autobedrijven rechtstreeks contact op met leveranciers en onderhandelen zij over gegarandeerde afname- en leveringshoeveelheden. Voorheen werd deze taak vaak uitbesteed aan leveranciers. En tenslotte, in een markt die niet zozeer door knelpunten wordt gekenmerkt, zullen de ondernemingen ook hun bestelhoeveelheden weer normaliseren zodat er geen overbestellingen meer worden gedaan.
Al deze factoren zullen echter geen onmiddellijk effect hebben. Deskundigen verwachten dat de aanbodsituatie op zijn vroegst medio 2022, zo niet in 2023, zal verslechteren. Er is dus behoefte aan een sterke basis. Bovendien zijn niet alle chips hetzelfde. De nieuw gebouwde fabrieken waren al vóór de pandemie gepland, en voor veel fabrieken was de eerste steen al ruim vóór maart 2020 gelegd. Zij zijn hoofdzakelijk ontworpen voor krachtige chips of sterk geïntegreerde chips. Conventionele halfgeleiders daarentegen blijven schaars.
Zal er in de toekomst zelfs sprake zijn van een overaanbod aan chips?
Momenteel stelt de industrie alles in het werk om de produktiecapaciteit voor halfgeleiders uit te breiden. Tientallen fabrieken zijn gepland of zelfs al in aanbouw. De technologie wordt ook in Europa gepromoot. Het is echter onzeker of de vraag naar halfgeleiders gestaag zal toenemen zoals dit jaar het geval was. Zou er daarom zelfs sprake kunnen zijn van overproductie?
Deze ontwikkeling kan niet voor korte tijd worden uitgesloten, want de brancheorganisatie WSTS voorspelt nu al een omzetstijging van slechts tien procent voor 2022 – tien procentpunten minder dan vorig jaar. Niettemin is het onwaarschijnlijk dat de uitgebreide produktiecapaciteiten lang onbenut zullen blijven. E-mobiliteit en de bijbehorende oplaadinfrastructuur, netinvoeding uit hernieuwbare energiebronnen, motorstuureenheden, infotainment in auto’s, opslag en sensoren voor Industrie 4.0, spelconsoles of medische hightech – al deze producten en functies zijn afhankelijk van halfgeleiders. Het ZVEI voorspelt ook dat de vraag naar halfgeleiders tegen 2030 zal zijn verdrievoudigd.
Europese chips in de toekomstige controle
De vraag zal dan zijn hoe concurrerend de Europese halfgeleiderproduktie is. Momenteel lopen de Europeanen achter, zowel wat de productie als wat het ontwerp betreft. Zij beschikken ook niet over de grondstoffen die zij nodig hebben en moeten deze schaarse grondstof eerst invoeren. Hogere elektriciteitsprijzen en arbeidskosten in Europa zullen ervoor zorgen dat de daar geproduceerde chips qua prijs de concurrerende producten uit Oost-Azië niet zullen kunnen bijhouden. Hun voordeel ligt wellicht uitsluitend in hun koolstofvoetafdruk en betrouwbare levering.
Afbeeldingen: Adobe Stock, reichelt elektronik